Je hebt het waarschijnlijk al doorgerekend: een traditionele woning kopen is bijna onmogelijk geworden. Steeds meer mensen kijken daarom naar alternatieven zoals tiny houses en prefab units. Beide opties lijken op het eerste gezicht vergelijkbaar, maar de verschillen zijn groter dan je denkt. In dit blog leggen we precies uit welke keuze bij jouw situatie past, zodat je geen dure vergissing maakt.
Wat is eigenlijk het verschil?
Een tiny house is oorspronkelijk een Amerikaanse trend waarbij mensen bewust kiezen voor een compact leven in een huis van 15 tot 50 vierkante meter. Veel tiny houses staan op een trailer, waardoor ze technisch gezien verplaatsbaar zijn. Deze mobiliteit geeft voordelen bij vergunningen, maar brengt ook beperkingen met zich mee. De hele filosofie draait om minimalistisch leven en vaak zelfs off-grid wonen.
Een prefab woning daarentegen is een volwaardige modulaire woning die in een fabriek wordt gebouwd. Deze units zijn vanaf 30 tot ruim 100 vierkante meter en worden kant-en-klaar op je locatie geplaatst. Het grote verschil zit hem in de status: een prefab woning wordt juridisch gezien als een echte woning behandeld. Dat heeft grote gevolgen voor financiering en plaatsingsmogelijkheden.
Wat is duurder een tiny house of een prefab woning
Op het eerste gezicht lijken de aanschafprijzen vergelijkbaar. Maar let op: dit is alleen de unit zelf. Bij een tiny house kom je al snel 10.000 tot 15.000 euro extra kwijt aan een degelijke fundering of trailer, aansluiting op nutsvoorzieningen en transport.
Daarbovenop moet je vaak nog een standplaats huren voor 200 tot 500 euro per maand. Over een periode van 10 jaar kost die standplaats je dus tussen de 24.000 en 60.000 euro extra. Een prefab woning plaatst je meestal op eigen grond. De aansluitkosten zijn vergelijkbaar, maar de fundering is wat duurder omdat het een permanente constructie is.
Voor een prefab woning krijg je vaak wel een hypotheek, met een rente van ongeveer 4 procent. Voor een tiny house moet je meestal een persoonlijke lening afsluiten met een rente van 7 tot 10 procent. Dat scheelt al snel 300 euro per maand in lasten.
Tiny House
Prefab Woning
Tiny house permanente bewoning: mag dat zomaar?
Een tiny house op wielen heeft technisch gezien geen bouwvergunning nodig, maar je mag er niet overal zomaar permanent in wonen. Veel gemeenten staan permanente bewoning alleen toe op specifieke tiny house locaties of experimentele wooncomplexen. Die plekken zijn schaars en vaak tijdelijk vergund voor 5 tot 15 jaar. Een stationaire tiny house heeft gewoon een bouwvergunning nodig, net als elke andere woning. Het voordeel van mobiliteit ben je dan kwijt.
Bij een prefab woning is het eigenlijk eenvoudiger. Deze vallen onder de normale bouwregelgeving en kunnen geplaatst worden op elke locatie waar bouwen is toegestaan. Je krijgt een permanente vergunning en de gemeente kan je na 10 jaar niet plotseling vragen om te vertrekken. Steeds meer mensen worden verrast door de juridische status. Ze kopen een tiny house, plaatsen het ergens en krijgen vervolgens een brief van de gemeente. In sommige gevallen moet het tiny house dan zelfs worden verwijderd. Een prefab woning op eigen grond met vergunning geeft gewoon zekerheid.
Wooncomfort: hoeveel ruimte heb je echt nodig?
Een tiny house dwingt je tot minimalistisch leven. Met gemiddeld 25 vierkante meter heb je geen aparte slaapkamer. De slaapruimte bevindt zich meestal op een vide. Thuiswerken wordt lastig omdat er geen aparte ruimte is. Voor een stel zonder kinderen kan dit prima werken, maar zodra je gezinsuitbreiding krijgt wordt het krap.
Prefab woningen zijn er vanaf 40 vierkante meter met een aparte slaapkamer. Voor veel mensen voelt dit meer als een normale woning. Je hebt ruimte voor een werkplek en je kunt gasten ontvangen. Het mooie is dat je prefab woningen ook kunt uitbreiden met extra modules als je gezin groeit.
Energiekosten tiny house versus prefab woning
Een tiny house heeft door de kleine oppervlakte wel lagere energiekosten. Gemiddeld betaal je tussen de 650 en 1150 euro per jaar aan energie. Veel tiny house bewoners kiezen voor zonnepanelen met een accu om helemaal off-grid te leven. Dat is technisch goed mogelijk bij zo’n kleine woning.
Een prefab woning gebruikt meer energie door de grotere oppervlakte, zo’n 1000 tot 1750 euro per jaar. Maar moderne prefab woningen hebben vaak een warmtepomp waardoor je volledig van het gas af bent.
De uitstekende isolatie zorgt ervoor dat zo’n warmtepomp efficiënt werkt. Je kunt de energiekosten nog verder drukken met zonnepanelen, die vaak standaard kunnen worden meegeleverd.
Wederverkoopwaarde en waardebehoud
Hier zit een groot verschil. Tiny houses verliezen snel waarde, vergelijkbaar met een caravan. Na 10 jaar is een tiny house vaak nog maar 40 tot 50 procent van de aankoopwaarde waard. De tweedehands markt is beperkt en kopers zijn kritisch omdat ze niet weten hoe het tiny house is onderhouden.
Een prefab woning met volledige vergunning behoudt zijn waarde veel beter. Het wordt gezien als een normale woning en valt gewoon onder de woningmarkt. Bij goed onderhoud kan een prefab woning zelfs in waarde stijgen, vooral als de locatie goed is. Voor potentiële kopers is hypotheekverstrekking mogelijk, wat de verkoop vergemakkelijkt.

